Dit bulletin is Manuela Julien het WAP-lid in Beeld. Manuela geeft cursussen over de taalontwikkeling van meertalige kinderen met en zonder TOS vanuit haar expertisebureau Clínica Babilónica. Daarnaast schrijft ze over dit onderwerp en is ze werkzaam als docent Portugees bij de Volksuniversiteit. Lees hier meer over haar.

Wat houdt je werk in?
Vanuit mijn expertisebureau ontwerp en verzorg ik cursussen en workshops en geef ik lezingen in en buiten Nederland aan ouders en bij verschillende instanties, zoals Audiologische Centra, bibliotheken, peuterspeelzalen en scholen. Voor logopedisten en klinisch linguïsten gaan de cursussen en voordrachten vooral over de diagnostiek en behandeling van kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) die meertalig opgroeien. Voor ouders, scholen, dagopvang en bibliotheken gaan ze meer over het stimuleren van de taalontwikkeling van meertalige kinderen. Het is belangrijk om beide talen te stimuleren, zodat de moedertaal niet achteruitgaat en kinderen en ouders goed kunnen blijven communiceren met elkaar.

Merk je dat die boodschap al bij veel mensen bekend is?
Ik merk dat de boodschap de afgelopen jaren beter wordt ontvangen. Steeds meer mensen realiseren zich dat de talen die thuis worden gesproken ook belangrijk zijn. Ouders worden, in tegenstelling tot in het verleden, nu geadviseerd om in de eigen taal of in hun beste taal te praten. Ik merk wel dat het daar vaak bij blijft. Scholen, bibliotheken en logopedisten voelen zich niet altijd aangesproken om die andere taal ook op een hoog niveau te helpen brengen. Ik denk dat op dat gebied nog veel winst te boeken is.

Wat doe je zoal nog meer?
Naast cursussen schrijf ik ook artikelen, de laatste jaren vooral voor mijn blog. Af en toe deel ik mijn observaties van wat ik zie in de maatschappij en in mijn werk. Ook zet ik wel eens een vragenlijst of een lijst met tips online die ouders, leerkrachten en andere professionals zouden kunnen gebruiken. Dat is iets wat ik met heel veel plezier doe. Ook geef ik, op een laag pitje, les op de Volksuniversiteit. Mijn eerste opleiding was docent Portugees en Engels en dat heb ik nooit kunnen loslaten.

Hoe ben je in dit werk terechtgekomen?
Na de docentenopleiding ging ik lesgeven. Ik gaf Engels op een middelbare school in Mozambique, waar ik vandaan kom. Daar begon mijn interesse voor meertaligheid. Kinderen die van huis uit een Bantoetaal spraken, leerden Engels als derde of vierde taal. Er was een kleine groep Portugeestalige kinderen die Engels als tweede taal leerden. Ik merkte dat de fouten die de twee groepen maakten heel verschillend waren. Dat intrigeerde me en daarom ben ik uiteindelijk toegepaste taalkunde gaan studeren. Tijdens de studie, in de Verenigde Staten, begon ik me af te vragen wat er gebeurt als er sprake is van een taalstoornis in combinatie met meertaligheid. Langzaamaan ben ik richting neurolinguïstiek gegaan en heb ik daar een tweede master in gedaan, in Brussel. Eenmaal in Nederland heb ik de opleiding logopedie gedaan. Altijd met die interesse voor taalstoornissen bij meertalige kinderen. Zo ben ik blijven zoeken naar antwoorden op veel vragen. Deze nieuwsgierigheid over taalstoornissen in combinatie met meertaligheid heeft mij geleid naar een promotieonderzoek bij de Radboud Universiteit over het gebruik van lege hulpwerkwoorden bij het leren vervoegen van het werkwoord in het Nederlands.  De doelgroep bestond uit een- en tweetalige kinderen met én zonder een TOS en ook volwassen leerders van het Nederlands als tweede taal. Het was weer een mogelijkheid om beter te begrijpen hoe het taalleerproces (in dit geval van het Nederlands) verloopt.

Wat vind je het leukst aan je werk?
Vooral de overdracht van kennis, het delen van wat ik weet. De rode draad is daarbij het welzijn van meertalige kinderen, vooral in omstandigheden waarin hun meertaligheid niet als iets goeds wordt gezien. Ik denk dat het een heel grote impact heeft als hun meertaligheid als belemmering wordt gezien. Niet alleen op hun taalontwikkeling, maar ook op hun algehele ontwikkeling, identiteit, zelfverzekerdheid… Het baart me veel zorgen als ik zie dat ouders en kinderen op een gegeven moment niet goed met elkaar kunnen communiceren. Kinderen verliezen hun moedertaal en ouders kennen niet voldoende Nederlands als de gespreksonderwerpen complex worden. Dat is voor mij de belangrijkste reden waarom ik doe wat ik doe.

Er zijn twee onderwerpen die ik heel belangrijk vind als het gaat om logopedie. Ten eerste ervoor te zorgen dat kinderen niet te snel naar een logopedist, richting zorg, worden doorverwezen. Ten tweede vind ik het heel belangrijk dat, als een kind bij een logopedist terechtkomt, deze ook de kennis heeft om er snel achter te komen of er sprake is van een stoornis. Heel veel kinderen hebben gewoon nog niet voldoende tijd gehad om goed Nederlands te leren. Soms krijgen zij dan jaren en jaren logopedie. Zelfs bij Audiologische Centra gebruiken we nog steeds testen die genormeerd zijn op eentalige kinderen. Ik begrijp dat wij het gebrek aan middelen om die kinderen te onderzoeken niet snel zullen oplossen – het is niet makkelijk om dat allemaal te normeren met al die talen – maar er zijn allerlei andere manieren om verbeteringen door te voeren bij de diagnostiek, zodat kinderen niet door een verkeerde diagnose worden beperkt.

En zijn er ook aspecten aan je werk die lastiger zijn?
Ik vind het heel lastig als het mij niet lukt om mijn boodschap over te brengen. Wat ik probeer te laten zien in mijn cursussen en workshops is dat je ook in de les of bij de logopedische behandeling bij TOS‑kinderen de moedertaal kan gebruiken als springplank naar het leren van het Nederlands. Je kunt op duidelijk afgebakende momenten die taal een rol laten spelen in de klas tijdens de les of tijdens de behandeling en dat is alleen maar positief. Kort geleden werd ik uitgenodigd om deel te nemen aan een avond in de bibliotheek over meertaligheid voor leerkrachten en andere professionals. Er was daar een oudere leerkracht die er absoluut van overtuigd was dat het geen goed idee zou zijn om op de middelbare school andere talen in de klas toe te staan. Ik merk dat ik het heel moeilijk vind om zo iemand, zelfs met wetenschappelijke argumenten, te overtuigen.

Wat zou je willen verbeteren in je vakgebied?
De diagnostiek van een taalontwikkelingstoornis bij kinderen die meertalig opgroeien. Dat is niet eenvoudig; het eist verandering van mindset. Het blijkt bijvoorbeeld lastig voor logopedisten om wat we ‘testmodificaties’ noemen toe te passen. Dat zijn kleine veranderingen of aanpassingen tijdens de testafname of bij het scoren die helpen om een accurater beeld te krijgen van de taalvaardigheden van het kind. Maar we hebben in de opleiding logopedie geleerd dat je niet mag afwijken van de handleiding. Ik vind echter dat iemand die een test afneemt op een verantwoorde manier testmodificaties kan toepassen. Bijvoorbeeld: als je ziet dat een kind consequent slecht op items scoort omdat hij ‘de’ in plaats van ‘het’ gebruikt, zou je kunnen kijken welke score het kind had behaald als deze items toch goed worden gerekend. Je moet vervolgens dan in je verslag vermelden dat je dat hebt gedaan.

Je kunt ook vrij eenvoudig de woordenschat in beide talen testen, in plaats van alleen naar het Nederlands te kijken. Zo kom je op een totaal ander beeld van de woordenschat. Je ziet dan vaak dat de omvang van de woordenschat even groot of zelfs groter is dan die van eentalige kinderen. Dat wil ik blijven doen: zoeken naar betere manieren, op basis van wereldwijde onderzoeken, om TOS te diagnosticeren bij meertalige kinderen.

Op welke prestatie ben je het meest trots?
Dat is, denk ik, het leerboek dat ik heb geschreven, gericht op logopedisten en andere professionals die zich bezig houden met de taalontwikkeling van meertalige kinderen. Ik heb het idee dat ik daarmee een bijdrage heb kunnen leveren aan een andere manier van kijken naar de taalontwikkeling van meertalige kinderen en naar het verrichten van diagnostiek en behandeling. Dit zorgt voor werkwijzen die beter bijdragen aan hun taalontwikkeling en hun ontwikkeling in het algemeen. Het boek wordt op verschillende logopedieopleidingen gebruikt, heel mooi. Ik krijg nog steeds positieve reacties. Dat is fijn om te horen!

 

Voor wie op de hoogte wil blijven van het werk en de blogs van Manuela: https://www.clinicababilonica.eu/