Als je meerdere talen spreekt, hoe beïnvloeden die talen elkaar dan? Sharon Unsworth is universitair hoofddocent aan de Radboud Universiteit Nijmegen en doet onderzoek naar meertalige kinderen. WAP-redactielid Anne-Mieke Thieme blikt met haar terug op een invloedrijk artikel in haar vakgebied: Hulk & Müller (2000).

Iedereen die meerdere talen spreekt herkent het wel: dat je talen elkaar beïnvloeden. Dat je bijvoorbeeld ‘he is learning me English’ zegt, met hetzelfde werkwoord als in het Nederlands, in plaats van ‘he is teaching me English’. Zie je dat soort tussentalige invloed ook bij kinderen die meertalig opgroeien? Volgens Hulk & Müller (2000) wel, maar alleen onder bepaalde voorwaarden.

Waarom heb je dit artikel gekozen?
“Dit artikel is echt invloedrijk geweest en is – meer dan twintig jaar later – nog steeds relevant. Eigenlijk begrijpen we nog steeds niet goed waarom en wanneer de talen van meertalige kinderen elkaar beïnvloeden. Ook voor mij persoonlijk was dit artikel erg belangrijk. Voor mijn masterscriptie onderzocht ik de voorspellingen van Hulk en Müller (2000) en dat was voor mij de eerste kennismaking met meertalige taalontwikkeling. Toen ik een vraag had over mijn case study besloot ik Aafke Hulk te mailen, best spannend. Ze stuurde me een papieren preprint van het artikel. Aafke is sindsdien altijd belangrijk gebleven in mijn carrière.”

De hypothese van Hulk en Müller (2000) was dat beïnvloeding vooral gebeurt op het snijvlak van syntaxis en pragmatiek. Ook moet er gedeeltelijke overlap zijn tussen de talen. Wat weten we inmiddels over de voorspellingen van Hulk en Müller (2000)?
“Volgens de huidige wetenschap lijkt dat snijvlak geen voorwaarde te zijn voor tussentalige invloed, maar gedeeltelijke overlap misschien wel. Een belangrijke bijdrage van Hulk en Müller (2000) was dat je daarbij vanuit het kind moet kijken: het kind zit misschien in een bepaald ontwikkelingsstadium waardoor er overlap tussen talen ontstaat. Al kwam het belang van overlap niet uit onze meta-analyse: in tegenstelling tot wat Hulk en Müller (2000) schrijven, kwam taaldominantie daarin juist naar voren. Er was meer beïnvloeding vanuit de dominante taal van het kind naar de niet-dominante taal dan andersom. Wat in de meta-analyse ook opviel was dat onderzoekers allemaal verschillende definities van overlap hanteren, waardoor het best lastig is om onderzoeken met elkaar te vergelijken. Daar kom je bij zo’n meta-analyse dus ook achter.”

Waar is de wetenschap sinds Hulk en Müller (2000) heen gegaan?
“We doen nog steeds onderzoek naar die ene vraag: wanneer vindt er beïnvloeding plaats tussen talen? Toen ik het artikel van Hulk en Müller (2000) teruglas, viel me op dat er inmiddels bepaalde dingen zijn veranderd. Zo gaan we er nu niet per se meer vanuit dat de talen van meertalige kinderen in hun hoofd echt gescheiden zijn – wat overigens niet betekent dat kinderen verward zijn, vooral dat de talen constant in contact met elkaar staan. Ook doen we nu vaak onderzoek met grotere groepen kinderen. Vroeger werd er nog negatiever gekeken naar meertaligheid, wat je af en toe ook terugziet in het artikel. Niet dat de onderzoekers dit zullen hebben gedacht, maar er staat wel ergens dat kinderen mogelijk ‘confused’ zouden kunnen zijn. Dat zou je nu niet meer in een wetenschappelijk artikel zien, en (hopelijk) ook niet elders. Want meertaligheid staat tegenwoordig vaak – maar helaas niet altijd – in een veel positiever licht. Dat is een goede ontwikkeling.”

En jouw eigen onderzoek? Hoe heeft dat zich ontwikkeld?
“Na mijn scriptie over tussentalige invloed begon ik te kijken naar hoe kinderen een tweede taal leren. Ook onderzocht ik het effect van leeftijd en van taalaanbod bij meertalige kinderen. Het 2in1-project ging weer over tussentalige invloed en daarmee was de cirkel eigenlijk weer rond!”

Wat zou jij graag nog willen onderzoeken?
“Ik denk dat het goed zou zijn als we veel meer studies gaan opzetten waarbij meerdere labs betrokken zijn, en als we proberen dezelfde instrumenten en vragenlijsten (bijvoorbeeld Q-BEx) te gebruiken. Als we samenwerken kunnen we het probleem van kleine steekproeven met weinig statistische power oplossen. Gelukkig gebeurt dat steeds meer. Ik heb gemerkt dat mensen er echt voor openstaan!”

Dijk, C. van, Wonderen, E. van, Koutamanis, E., Kootstra, G., Dijkstra, T., & Unsworth, S. (2022). Cross-linguistic influence in simultaneous and early sequential bilingual children: A meta-analysis. Journal of Child Language, 49(5), 897-929. doi:10.1017/S0305000921000337

Hulk, A., & Müller, N. (2000). Bilingual first language acquisition at the interface between syntax and pragmatics. Bilingualism: Language and Cognition, 3(3), 227–244. https://doi.org/10.1017/S1366728900000353

Unsworth, S. (2003). Testing Hulk & Müller (2000) on crosslinguistic influence: Root Infinitives in a bilingual German/English child. Bilingualism: Language and Cognition, 6(2), 143-158. doi:10.1017/S1366728903001093