Werkzaam als: Inmiddels gepensioneerd, hiervoor logopedist. Eerst in haar eigen praktijk, later op een cluster 2 school en tot slot in de ambulante begeleiding. Daarnaast ontwikkelde en gaf Christina verschillende cursussen.

Kun je wat meer vertellen over je loopbaan voordat je met pensioen ging?
Ik heb gekozen voor logopedie omdat ik altijd al geïnteresseerd was in taal en graag een praktisch beroep wilde leren. Nadat ik een jaar bij het Instituut voor Fonetische Wetenschappen gewerkt had, ben ik samen met een collega een eigen praktijk gestart in Amsterdam-Noord. Hier lag de focus op jonge kinderen die spraak-taalproblemen hebben en/of stotteren, en er was altijd veel aandacht voor ouderbegeleiding.

Toen stapte ik over op de Roozendaalschool in Amsterdam-West. Hier vond ik het intensieve samenwerken met leerkrachten altijd heel inspirerend. Zo heb ik samen met een leerkracht en een intern begeleider een serie lessen ontworpen om de kinderen te leren debatteren. Dat sloeg erg aan, en uiteindelijk heb ik daar een cursus voor logopedisten uit ontwikkeld. Ook ben ik, samen met andere logopedisten, interne scholing op spraak-taalgebied gaan geven aan de leerkrachten. Deze opleiding hebben we door de jaren heen telkens verder ontwikkeld. Ik heb hierbij ontdekt hoe leuk ik het vind om les te geven aan volwassenen. Zo heb ik ook de Hanen cursus voor ouderbegeleiding gegeven en aangepast voor onze populatie.

In 2007 ben ik overgestapt naar de ambulante dienst, waar ik ondersteunend logopedist voor de ambulant begeleiders was. Ook hier heb ik ontzettend veel plezier gehad in het ontwikkelen van scholing: een ambulant begeleider moet ook veel van spraak-taal weten, en samen met een collega mocht ik de teamscholing ontwerpen en geven.

Tegenwoordig ben ik dan wel gepensioneerd, maar puur uit interesse zit ik nog altijd in een werkgroep over sensorische informatieverwerking. Ik volgde een opleiding over de sensorische informatieverwerking, Anders kijken naar kinderen, en dat is precies wat je gaat doen. Dit gaf mijn werk met jonge kinderen destijds een enorme impuls.

Wat vond je het leukst aan je werk? En wat was minder?
Onder andere het zelf ontwikkelen en geven van scholing heeft me altijd veel plezier en voldoening gegeven. Minder vond ik de administratieve taken eromheen. Daarnaast had ik altijd tijdgebrek: ik wilde eigenlijk altijd meer.

Wat zou je willen verbeteren binnen je vakgebied?
Het zou natuurlijk mooi zijn als er nog meer bekend wordt over wat nou écht de beste aanpak is binnen de logopedie, al denk ik ook dat juist het fingerspitzengevoel over wat een kind nodig heeft heel belangrijk is. Verder vind ik scholing belangrijk, maar ik denk dat lang niet iedereen die gelegenheid heeft, aangezien scholing best duur is en tijd kost. Ik heb zelf altijd in een luxepositie gezeten wat dat betreft. Tot slot zou ik iets aan het tekort aan logopedisten willen doen; in Amsterdam is dat echt nijpend.

Op welke prestatie ben je het meest trots?
Dat is toch wel het ontwikkelen en uitdragen van de debatteerlessen voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis. Ik vond het heel mooi om te zien dat die op veel cluster 2 scholen gegeven werden. Eigenlijk überhaupt dat ik me ook ontwikkeld heb als docent. Ik ben er ook trots op dat ik veel met ouders gedaan heb. Het was altijd prachtig om te zien hoe de interactie tussen ouder en kind verandert en hoe het kind daarvan opbloeit.

Overigens is het ontzettend mooi dat dit allemaal kon en dat de gelegenheid er was, en ook dat ik hiervoor de juiste mensen tegengekomen ben. Bijvoorbeeld op de ambulante dienst had ik een collega met wie het erg goed klikte, waar echt een super vruchtbare samenwerking uit voortkwam.