Akke de Blauw
WAP-voorzitter
Op de volgende ALV treedt Akke af als WAP-voorzitter. Akke is al sinds de oprichting bij het WAP betrokken. In 2016 nam zij de rol van voorzitter op zich.
Akke de Blauw treedt bij de ALV op 23 april officieel af als voorzitter van het WAP. Daarom een speciale editie van WAP-lid in beeld over haar tijd en ervaringen bij het WAP.
Hoe ben je terecht gekomen bij het WAP?
Mijn tijd bij het WAP begon bij de oprichting in 1982, waarna ik een aantal jaar lid was. Het Werkverband Amsterdamse Psycholinguïsten startte als een belangenvereniging voor taalkundigen die werkzaam waren in de praktijk van zorg en onderwijs. Spontane taalanalyse stond centraal en de activiteiten van de vereniging zagen er echt nog anders uit. Zo waren er leesclubs en werden er regelmatig bijscholingscursussen aangeboden. Ook konden logopedisten aanvankelijk niet lid worden. Later veranderde dat, en veranderde ook de focus van de vereniging. De studie naar Nederlands als tweede taal vond vooral onderdak bij de Anéla, terwijl bij het WAP TOS steeds belangrijker werd. Na een leven lang als taalwetenschapper buiten de UvA gewerkt te hebben, keerde ik in 2008 terug.
Ik wilde mijn onderzoek naar mogelijke voorlopers van vertelvaardigheid in vroege ouder-kind interactie omzetten in een proefschrift. Ik werd opnieuw lid van het WAP en was jarenlang correspondent eerste taalverwerving voor de nieuwsbrief, de voorloper van het huidige bulletin. In 2015, net na de afronding van mijn proefschrift, was ik als voorzitter van de symposiumcommissie medeverantwoordelijk voor de organisatie van het symposium met hetzelfde met hetzelfde thema als mijn proefschrift: vertelvaardigheid. In 2016 werd ik gevraagd als voorzitter van het bestuur. En nu, na vier jaar, is het tijd om het stokje over te dragen!
Wat vind je het leukst aan actief zijn bij het WAP? En wat is minder?
Wat ik boeiend vind aan het WAP, is de verbinding tussen wetenschappelijk onderzoek en de praktijk van zorg en onderwijs. Vanaf de oprichting tot nu is het slaan van die brug altijd de doelstelling geweest van het WAP. Het vormgeven daaraan kwam meestal neer op cursussen aanbieden en voorlichting verzorgen voor mensen in de praktijk, door taalwetenschappers. Nog steeds breken we ons het hoofd over de vraag hoe we dat minder top-down kunnen maken, en zoeken we naar meer input vanuit het werkveld. Bij de organisatie van WAP-activiteiten, zoals presentaties en de tweejaarlijkse symposia, laten we ons graag inspireren door vragen van leden. Hoe het betrekken van het werkveld beter kan, blijft een aandachtspunt.
Op welke prestatie van het WAP ben je het meest trots?
Toen ik in 2016 gevraagd werd als voorzitter van het WAP, aarzelde ik enige tijd. Ik vond dat het WAP alle kanten uitging: dan een studiemiddag over dit onderwerp, dan over dat. Allemaal interessant en op zich relevant, maar wat was de kern? Ja, die brug slaan, maar volgens mij werden er te veel bruggen tegelijk uitgezet. We staken in het nieuwe bestuur de koppen bij elkaar en vroegen ons af waarin het WAP zich zou kunnen onderscheiden. De conclusie: de tweejaarlijkse symposia en de website. De WAP-website werd opnieuw opgetuigd en de nieuwsbrief ging digitaal verder als het bulletin. Een enthousiaste redactie zorgt voor interessante bijdragen, die steeds beter gelezen worden. Terecht!
De tweejaarlijkse symposia bleven, maar werden gekoppeld aan een thema dat in de aanloop naar het symposium centraal staat. ‘Diversiteit’ in 2018, ‘Taal en het brein’ in 2020, en voor de volgende twee jaar gaan we met het thema geletterdheid aan de slag. Samen met het WAP-bestuur ben ik trots dat dit meer gerichte beleid zo goed aangeslagen is. Ook dit jaar was het symposium weer beter bezocht en opnieuw hoog gewaardeerd door de deelnemers, waaronder heel veel logopedisten. De symposiumcommissie heeft dit jaar door haar brede samenstelling – er zaten vertegenwoordigers van verschillende universiteiten en instellingen in – ook actief naar input uit het veld kunnen zoeken. Hopelijk zet deze trend door.
Waar zie je het WAP over 10 jaar?
Ik zou het niet weten! Wat mij betreft kan het vele kanten op gaan, zelfs fuseren met andere belangenverenigingen sluit ik bijvoorbeeld niet uit. Mogelijk blijft het idee van het symposium. In ieder geval zal elkaar ontmoeten en nieuwe ontwikkelingen in onderzoek en praktijk uitwisselen, in welke vorm dan ook, vakgenoten altijd blijven trekken.
Bedankt voor al je inzet, Akke!