De behandelindex is een veelbesproken onderwerp in de paramedische wereld. Voor wie de term niet kent: het is een cijfer waarmee wordt uitgedrukt hoeveel behandelingen een behandelaar relatief nodig heeft om een probleem te verhelpen. De zorgverzekeraar ziet het als een manier om de zorg efficiënter en kwalitatief beter te maken. Behandelaars uiten hun twijfels over de validiteit van het instrument en de werking die het heeft op de behandelpraktijk. Vooral vanuit de groep fysiotherapeuten klinken tegengeluiden (zie hier bijvoorbeeld een uitzending van Avrotros). In de logopedische wereld werd er echter nog niet publiekelijk over geklaagd. In deze nieuwe rubriek ‘de tegenstelling’ brengen we tegenovergestelde perspectieven in beeld. Dit keer: de zorgverzekeraar en de logopedist.
De feiten
Behandelaars ontvangen van zorgverzekeraars spiegelinformatie over hoe ze het doen ten opzichte van andere behandelaars. Ze krijgen informatie over het behandelgemiddelde van hun praktijk ten opzichte van een verwacht behandelgemiddelde.
Het verwachte gemiddelde is gebaseerd op een berekening waarin populatiekenmerken als geslacht en leeftijd zijn meegenomen. De hoogte van de index heeft gevolgen voor de overeenkomst die praktijken met de zorgverzekeraar kunnen afsluiten. Praktijken met een lage index kunnen een overeenkomst afsluiten met hogere tarieven (mits ook aan de andere (kwaliteits)voorwaarden wordt voldaan). Praktijken met een index die rond het behandelgemiddelde ligt kunnen ook zo’n overeenkomst afsluiten als zij op andere wijze kunnen aantonen dat zij doelmatig handelen. Bij een te hoge index kunnen praktijken geselecteerd worden voor een kwaliteitstoets.
Niet alle zorgverzekeraars passen de behandelindex toe, en zorgverzekeraars berekenen de behandelindex op verschillende manieren. Momenteel wordt binnen het ‘Hoofdlijnenakkoord Paramedie’ onderzocht of de uniforme rekenmethodiek die voor fysiotherapie is ontwikkeld ook voor logopedie gebruikt kan worden.
De meningen
Twee logopedisten en een zorgverzekeraar reageerden op onze oproep om hun visie op de zaak te geven. Hiernaast zie je de weergave van hun meningen. De belangrijkste tegenstelling zit hem in de visie op hoe kwaliteit van zorg beoordeeld kan worden en wat het gevolg is van het invoeren van de index. Volgens de zorgverzekeraar is dat kwalitatief betere en efficiëntere zorg. Volgens logopedisten zorgt het vooral voor minder behandelingen, maar draagt het niet bij aan kwaliteit van zorg en kan het zelfs nadelige gevolgen hebben. De zorgverzekeraar geeft aan dat de behandelindex zoals hij nu is vooral inzicht geeft in de doelmatigheid en nog niet in kwaliteit en effectiviteit. Zorgverzekeraars werken samen toe naar meer valide meetinstrument waarin behandelresultaten en klanttevredenheid zijn meegenomen. De logopedist vraagt echter ook om vertrouwen en wil serieus genomen worden in het vak. Dat gevoel zal met een nieuw meetinstrument niet worden weggenomen. In de spiegel van de zorgverzekeraar gaat in ieder geval een stukje passie en toewijding van de behandelaar verloren en het is de vraag of dat het gewenste effect is.