Foto: Carlo ter Ellen

In deze editie van Taal digitaal nemen we de webapp MoedINT2 onder de loep. MoedINT2 staat voor ‘Moedertaal In NT2-onderwijs’ en is ontwikkeld door Sterre Leufkens en collega’s van de Universiteit Utrecht. Sterre is universitair docent bij de opleiding Nederlands. Verder maakt zij samen met Marten van der Meulen de taalblog Milfje Meulskens.

Sterre, waarom hebben jullie MoedINT2 ontwikkeld?
“Met MoedINT2 willen we taalkundige kennis toegankelijk maken voor docenten NT2 (Nederlands als tweede taal). Het is voor NT2-docenten erg handig om iets te weten over de moedertaal (en eventueel andere talen) van hun cursisten: wat zijn de verschillen en overeenkomsten met het Nederlands?

Kennis over de verschillen zorgt dat de docent beter begrijpt waarom een cursist bepaalde fouten maakt en dat de docent  hier extra bij kan stilstaan. Het Turks maakt bijvoorbeeld geen onderscheid tussen ‘hij’ en ‘zij’, waardoor een Turkse cursist waarschijnlijk moeite zal hebben om dit verschil aan te leren. Kennis over de overeenkomsten maakt het mogelijk om voor de cursist parallellen te leggen met zijn eigen taal. Zo gaat het sneller om aan een Engelse cursist uit te leggen dat het verschil tussen ‘een’ en ‘de’ hetzelfde is als het verschil tussen ‘a’ en ‘the’, dan het houden van een algemene les over bepaalde en onbepaalde lidwoorden. Voor NT2-docenten was deze taalkundige kennis over verschillende talen voorheen moeilijk te vinden, of niet goed toegankelijk doordat het geschreven was in taalkundig jargon.

Verder hopen we dat de app bijdraagt aan een positievere houding tegenover meertaligheid. De moedertaal van leerders wordt nog te vaak als iets lastigs gezien, als een hindernis. Maar het kan juist het tegenovergestelde zijn: een voorsprong, een extra bron van taalvaardigheid.”

MoedINT2 is een zogenaamde webapp. Waarom hebben jullie hiervoor gekozen?
“Aan een downloadbare app voor smartphone of tablet kleven een aantal nadelen: het ontwikkelen ervan is moeilijker en duurt langer, het aanbrengen van wijzigingen is bewerkelijker, en zo’n app is niet te gebruiken op laptop of computer. Vanwege het beperkte budget, het gebruikersgemak en de toegankelijkheid voor zoveel mogelijk gebruikers, hebben we gekozen voor een webapp. Een webapp is een computerprogramma dat toegankelijk is via een browser, maar waarin je veel meer kan doorklikken, grasduinen, en zelf navigeren dan via een gewone website.

Onze gebruikers blijven echter vragen naar een downloadbare app. Het blijft daarom wel op mijn wensenlijstje staan: als we er ooit budget voor vinden, dan overwegen we zeker om een downloadbare versie te ontwikkelen.”

Hoe kunnen de NT2-docenten de app gebruiken?
“Van docenten hoor ik dat de webapp vooral van pas komt in de voorbereiding van lessen. Als de les bijvoorbeeld gaat over persoonlijk voornaamwoorden, zoekt de docent vooraf op welke verschillen en overeenkomst er zijn met de moedertalen van de cursisten. Verder kan de docent lesactiviteiten uit de app gebruiken om de stof te behandelen. De lesactiviteiten zijn ontwikkeld voor groepen leerlingen tussen de 10 en 14 jaar oud met ongeveer A1-niveau. Bij alle activiteiten staan tips om ze aan te passen aan andere leeftijdsgroepen en niveaus. De lesactiviteiten gaan uit van een functionele kijk op taalverwerving: ze proberen de leerlingen vooral te helpen om beter te communiceren, door hen leuke en betekenisvolle taalopdrachten te laten uitvoeren. Ik raad docenten altijd aan om de lesactiviteiten als inspiratiebron te zien, en ze vooral aan te passen aan de eigen onderwijspraktijk.”

MoedINT2 is nog in ontwikkeling. Wanneer is de webapp af?
“De webapp is nooit af! We kunnen in principe eindeloos informatie blijven toevoegen en verbeteringen doorvoeren. We werken op het moment aan vergelijkingen met het Indonesisch, het Duits, het Berbers, en het Somalisch, en collega’s in Gent werken aan vergelijkingen met het Sloveens en het Bosnisch-Kroatisch. Hopelijk zullen er nog vele talen volgen.”

Welke reacties krijg je terug uit het werkveld?
“Voornamelijk positieve, hoera! Vrijwel alle docenten die ik ernaar gevraagd heb, vertellen dat de webapp hen steeds opnieuw ‘eye-openers’ biedt: ‘O, dáárom maakt mijn cursist die fout steeds maar weer!’ Bovendien krijgen docenten meer respect voor hun cursisten – niet dat ze dat eerst niet hadden, maar als je concreet ziet hoe enorm de verschillen tussen talen kunnen zijn, creëert dat extra bewondering voor de prestatie van een NT2-leerder. Veel docenten zeggen dan ook dat de app de relatie met hun cursisten verbetert. Sommige docenten zeggen bovendien dat ze door de webapp efficiënter les zijn gaan geven, omdat ze beter kunnen anticiperen op problemen en kansen. Anderen geven aan dat ze toleranter zijn geworden ten opzichte van het gebruik van andere talen in de klas. Vooral met dat laatste ben ik blij: ik denk dat het hoog tijd is dat we de taalvaardigheid van cursisten (in welke taal dan ook) gaan waarderen en benutten bij het leren van Nederlands.”

Wat zijn volgens jou nog verbeterpunten van MoedINT2?
“Er kunnen nog veel meer talen in de webapp, en ook bij de talen die er al in staan kan er altijd informatie bij. Ook zou ik graag meer lesactiviteiten toevoegen, voor andere groepen leerders, zodat het voor docenten makkelijker wordt om de informatie uit de app over te brengen aan hun cursisten. Een andere wens is om audio- en videomateriaal toe te voegen, zodat gebruikers kunnen horen hoe bepaalde klanken klinken, en zodat ze voorbeelden kunnen bekijken van de manier waarop de lesactiviteiten in de praktijk vorm krijgen.”

Meer weten?
De webapp is te vinden via www.moedint2.nl. Op nt2.sites.uu.nl kun je meer lezen over het onderzoeksproject. Ben je NT2-docent en wil je deelnemen aan het gebruikersonderzoek? Mail dan naar s.c.leufkens@uu.nl of vul het feedbackformulier in op de site. Een berichtje sturen via de webapp kan ook.

Klik hier om de visual hierboven te vergroten