Patrick Snellings (Universiteit van Amsterdam) – Gamend letter-klankparen leren om leesproblemen te voorkomen
Het leren van letter-klankparen is de basis van het leren lezen. Om de kennis van letter-klankparen te trainen werd er gebruik gemaakt van een motiverende serious game. Het doel van deze studie was om de positieve effecten te bepalen bij jonge kinderen die nog niet hebben leren lezen. Dit is van groot belang omdat de vroege inzet van een dergelijke game kan bijdragen aan de preventie van leesproblemen. Er werden 145 kinderen uit groep 2 van de basisschool random verdeeld over drie condities: de standaard audio-visuele versie van de game, een motorische versie en een rekengame ter controle. Alle kinderen werden op een voor- en nameting getest op Letter-klank kennis en het lezen van losse woorden. De resultaten van de training worden besproken en de implicaties voor de preventie van leesproblemen.
Judith Rispens (Universiteit van Amsterdam) – Geletterdheid bij kinderen met TOS en dyslexie: een wetenschappelijke reflectie – Deze sessie zit helaas al vol
Kinderen met TOS en ontwikkelingsdyslexie ervaren problemen in hun taalontwikkeling. Deze problemen zijn divers, maar tegelijkertijd ervaren veel kinderen met TOS en ontwikkelingsdyslexie dezelfde soort problemen in de ontwikkeling van hun geletterdheid. In deze lezing zal ik twee wetenschappelijke verklaringen bespreken voor de problemen in de ontwikkeling van geletterdheid bij kinderen met TOS en dyslexie. Als eerste zal ik wetenschappelijke evidentie bespreken met betrekking tot de aanname dat problemen in de geletterdheid bij kinderen met TOS en dyslexie voortkomen uit een verminderde capaciteit in de fonologische verwerking. Ten tweede zal ik een ander wetenschappelijk perspectief bespreken, namelijk de aanname dat een verminderde capaciteit van het zogenaamde statistisch leervermogen de ontwikkeling van geletterdheid bij kinderen met TOS en dyslexie remt.
Evelien Krikhaar (Expertisecentrum Nederlands) – Samenwerking tussen onderwijs en zorg bij ernstige leesproblemen en dyslexie
In deze lezing bekijken we de rol van school, zorgaanbieder en ouders in de periode voorafgaand, tijdens en na afloop van de inzet van specialistische zorg bij ernstige dyslexie. Hoe kan een optimale onderlinge afstemming en samenwerking tussen de verschillende partijen gerealiseerd worden? We bespreken dit aan de hand van de nieuwe Handreiking voor de invulling van de ondersteuningsniveaus 2, 3 en 4 bij lees-/spellingproblemen en dyslexie van Dyslexie Centraal. Deze Handreiking is onlangs bijgesteld en aangevuld met een sectie over de fase waarin de specialistische dyslexiezorg naast het onderwijs wordt ingeschakeld (ondersteuningsniveau 4).
Op het vierde ondersteuningsniveau verschuift de rol van het onderwijs in het onderwijsleerproces van volledige naar gedeelde verantwoordelijkheid, samen met de specialistische zorg. De zorgverlener heeft de regie over de invulling van het diagnostiek- en behandeltraject, maar de school blijft verantwoordelijk voor het bieden van goed, passend lees- en spellingonderwijs en de ondersteuning daarbij op school en de eventuele ondersteuning van ouders thuis. Dat betekent dat de inzet van specialistische zorg niet op zichzelf kan staan. Als er een dyslexiebehandeling geïndiceerd is, moeten het onderwijsaanbod en het zorgaanbod op elkaar afgestemd worden. De dyslexiebehandeling is er immers op gericht om de lees-/spellingontwikkeling die op school is vastgelopen zo te stimuleren, dat deze weer zo goed mogelijk op gang komt. In deze presentatie wordt verder ingegaan op het belang van optimale samenwerking tussen de partijen, met daarbij één gezamenlijk plan voor de aanpak en ondersteuning van de leerling op school, thuis en in de zorg.
Loes Wauters (Royal Kentalis) – Geletterdheid bij dove en slechthorende lezers – Deze sessie zit helaas al vol
De leesvaardigheid van Nederlandse jongeren is in de laatste jaren achteruit gegaan (PISA, 2018). Bijna een kwart van de 15-jarige leerlingen heeft een onvoldoende leesniveau om goed te kunnen functioneren in de maatschappij. Ook lezen jongeren steeds minder (Stichting Lezen) en is in Nederland 18% van de mensen ouder dan 16 jaar laaggeletterd (Stichting Lezen en Schrijven).
Als gevolg van een beperkte toegang tot gesproken taal is het (leren) lezen voor dove en slechthorende leerlingen een nog grotere uitdaging dan voor hun horende leeftijdgenoten. Hoewel we bij dove en slechthorende lezers zien dat de gemiddelde leesniveaus stijgen als gevolg van o.a. neonatale gehoorscreening en daarmee ook vroeg inteventie (o.a. door hoortoestellen of cochleaire implantaten), lopen ze nog steeds risico op een achterstand in leesvaardigheid ten opzichte van hun horende leeftijdgenoten (Mayer et al., 2021; Yoshinaga et al., 2021). In deze presentatie ga ik in op de leesvaardigheid van dove en slechthorende kinderen, jongeren en volwassenen en de factoren die daar een rol in spelen.