Op 20 en 21 juni 2019 werd de 40e editievan de TABU dagen in Groningen gevierd. De organisatie heeft een mooi gevarieerd programma gezet, met keynote sprekers uit verschillende disciplines. Daarnaast waren er op beide dagen parallelsessies en posterpresentaties. Omdat het lastig is een kort maar compleet verslag te schrijven van zulke volle congresdagen, hebben we deze keer besloten om in plaats daarvan een sfeerimpressie te geven in de vorm van een fotoverslag. De foto’s zijn gemaakt door Miguel Santín.
Eerste keynote spreker Jan Hulstijn, emeritus professor aan de Universiteit van Amsterdam. Hulstijn sprak in zijn lezing over de verschillende theorieën voor het verklaren van individuele verschillen in taalgebruik en taalverwerving.
Tijdens een parallelsessie werden de resultaten van een perceptiestudie naar tonal alignment besproken.
Op donderdagmiddag presenteerde Kirsten Abbot-Smith van de University of Kent haar werk over pragmatische taalontwikkeling van kinderen met en zonder autisme.
In dit praatje werden de resultaten gepresenteerd van een studie waarin de academische taalvaardigheden van studenten konden worden gerelateerd aan hun succes in het behalen van studiepunten.
Tijdens deze presentatie werd er gesproken over hoe Pidgin News Service, recent gelanceerd door de BBC in west en centraal Afrika, ontvangen is door Nigeriaanse respondenten van de vragenlijst.
Tijdens de postersessie wordt verteld over de invloed van Engels op het gebruik van de verleden tijd in het Nederlands.
Een posterpresentatie over de ontwikkeling van begrip van verbale ironie bij kinderen, en de rol die schendingen van normen en waarden daarin speelt.
Tijdens deze posterpresentatie werden de resultaten van een eye-tracking studie gepresenteerd. In deze studie werd onderzocht of het gebruik van koppeltekens het lezen van samengestelde woorden in het Duits vergemakkelijkt.
Lucia Specia, professor aan de University of Sheffield en Imperial College London, presenteerde over haar onderzoek naar multimodal natural language processing.
In deze presentatie werden de resultaten van twee experimenten naar subject/object asymmetries gepresenteerd, waarin specifiek werd gekeken naar de rol van naamvallen.
Tijdens een parallelsessie werden de resultaten van een corpusstudie gepresenteerd. Daarin werd gekeken naar de factoren die van invloed zijn op de keuze voor het werkwoord staan of liggen, als er gesproken wordt over gebouwen of landvormen.