Photo (header) by Alexander Dummer on Unsplash

Door: Evelien Dirks

Ongeveer 1 op de 1000 baby’s wordt geboren met een gehoorverlies en de helft daarvan heeft een matig gehoorverlies (40-60 dB). Kinderen met matig gehoorverlies zijn lange tijd een vergeten groep geweest. Veel aandacht is uitgegaan naar dove kinderen en de groep kinderen met een matig gehoorverlies waren minder in zicht. Voor mijn proefschrift Psychosocial functioning in toddlers with moderate hearing loss: the importance of caregivers heb ik onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van matig slechthorende peuters. Hierbij heb ik gekeken naar de taalontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en naar de ouder-kindinteractie.

Het verschil tussen horen en verstaan
Kinderen met een matig gehoorverlies hebben moeite met het horen en/of verstaan van spraak op een normaal niveau van luidheid. Vaak reageren ze wel op geluid maar ze verstaan lang niet alles wat gezegd wordt. Dit maakt het voor ouders vaak lastig om goed zicht te krijgen op de impact van een matig gehoorverlies op de ontwikkeling van een kind. Matig slechthorende kinderen hebben een inconsistente toegang tot talige input, wat resulteert in een beperkte uptake van het taalaanbod met gevolgen voor de taalontwikkeling. Gezinsfactoren, interventies en het dragen van hoortoestellen, kunnen de toegang tot talige input vergroten en daarmee de taalontwikkeling positief stimuleren.

“Matig slechthorende kinderen hebben een inconsistente toegang tot talige input, wat resulteert in een beperkte uptake van het taalaanbod met gevolgen voor de taalontwikkeling”

Ontwikkeling in beeld
Eerder onderzoek laat zien dat matig slechthorende kinderen meer risico lopen op moeilijkheden in de taalontwikkeling dan hun goedhorende leeftijdsgenootjes. Indien ze vroegtijdig starten met het dragen van hoortoestellen en deze consistent dragen dan heeft dat een positief effect op hun taalontwikkeling. Het meeste onderzoek heeft zich vooral op de taalontwikkeling gericht. In mijn promotieonderzoek hebben we ook gekeken naar de sociaal-emotionele ontwikkeling en naar de thuisomgeving van matig slechthorende peuters. Om succesvolle interacties met anderen aan te kunnen gaan, vriendschappen op te bouwen en in stand te houden heeft een kind goede sociaal-emotionele vaardigheden nodig. Uit onderzoek onder dove kinderen (met en zonder cochleair implantaat) blijkt dat zij een achterstand tonen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling en zich minder goed kunnen verplaatsen in een ander. Over de sociaal-emotionele ontwikkeling van matig slechthorende kinderen is nog weinig bekend.

De thuisomgeving is een belangrijke context waarin een kind zich ontwikkelt, met name de ouder-kindinteractie speelt daarin een grote rol. In mijn promotieonderzoek hebben we de sensitiviteit van ouders onderzocht en gerelateerd aan de taalontwikkeling van de kinderen en daarnaast hebben we de taalinput van ouders geanalyseerd. Eerder onderzoek laat namelijk zien dat de sensitiviteit van de ouders voorspellend is voor de taalontwikkeling van dove en slechthorende kinderen en dat deze ouders een minder rijk taalaanbod bieden dan ouders van goedhorende kinderen.

“We onderzochten de sensitiviteit van ouders en relateerde dit aan de taalontwikkeling van de kinderen. Daarnaast hebben we de taalinput van ouders geanalyseerd”

Onderzoek
Aan het onderzoek hebben 30 matig slechthorende kinderen tussen de 17 en 45 maanden oud en hun ouders meegedaan. We hebben de kinderen thuis bezocht en taakjes afgenomen terwijl de ouders vragenlijsten invulden. Daarnaast hebben we een video-opname gemaakt van een spelsituatie van ouder en kind. Bij alle kinderen zijn taaltesten afgenomen en die laten zien dat de matig slechthorende kinderen lagere taalscores behaalden dan de goedhorende kinderen.

Ook op het vlak van de sociaal-emotionele ontwikkeling zagen we een aantal moeilijkheden. We hebben onder andere gekeken naar het empathisch vermogen van de kinderen door emoties te simuleren en de reacties daarop te observeren. Ook hebben we gekeken of de kinderen de intenties van een ander begrepen. De resultaten laten zien dat slechthorende peuters meevoelen met de ander, maar dat zij de bedoelingen van de ander minder goed begrijpen dan goedhorende peuters. Om succesvolle interacties met anderen aan te gaan is het begrijpen van andermans intenties cruciaal en matig slechthorende kinderen lopen dan ook risico op moeilijkheden in het sociale verkeer.

“De resultaten laten zien dat slechthorende peuters meevoelen met de ander, maar dat zij de bedoelingen van de ander minder goed begrijpen dan goedhorende peuters”

De video-opnames van de ouder-kindinteractie zijn gebruikt om de taalinput en de sensitiviteit van ouders in kaart te brengen en om de duur van gedeelde aandacht tijdens de interactie te meten. Uit de resultaten blijkt dat ouders van matig slechthorende peuters net zo sensitief zijn in de interactie als ouders van goedhorende peuters en dat deze sensitiviteit positief samenhangt met de taalontwikkeling van de kinderen. Het blijkt echter wel moeilijker om tot gedeelde aandacht te komen en om dit vast te houden. En juist die periodes van gedeelde aandacht zijn zo belangrijk om de taal en sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren. Ook hier zien we dat langere periodes van gedeelde aandacht samenhangen met betere taalvaardigheden.

“Uit de resultaten blijkt dat ouders van matig slechthorende peuters net zo sensitief zijn in de interactie als ouders van goedhorende peuters, maar het blijk wel moeilijker om tot gedeelde aandacht te komen en om dit vast te houden”

Om na te gaan of de hoeveelheid taal en de kwaliteit van het taalaanbod die ouders bieden verschilt met dat van ouders van goedhorende kinderen hebben we alle interacties getranscribeerd en gecodeerd. Hieruit blijkt dat ouders van matig slechthorende peuters net zoveel tegen hun kinderen praten als ouders van goedhorende peuters, maar ze stellen minder open vragen en praten minder over gevoelens. Terwijl dat soort input juist heel belangrijk is voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en taalverwerving van een kind.

Interactief voorlezen
Een manier om de taal en sociaal-emotionele ontwikkeling van slechthorende kinderen te stimuleren is door interactief voor te lezen. Bij deze voorleestechniek gaan ouders tijdens het lezen met hun kind in gesprek, door open vragen te stellen en aan te sluiten bij zijn of haar belevingswereld. Het is echter een manier van voorlezen die ouders vaak niet uit zichzelf doen, maar die je ze wel kunt leren. In mijn promotieonderzoek hebben we het effect van een cursus interactief voorlezen onderzocht door het voorleesgedrag van ouders voor en na de cursus te vergelijken. De cursus bleek effectief; na afloop stelden ouders onder andere meer open vragen en was er meer gedeelde aandacht tussen ouder en kind. Deze verandering in voorleesgedrag zagen we niet in de groep ouders die geen cursus hadden gevolgd. Omdat interactief voorlezen een positief effect heeft op de taalontwikkeling, het latere leren lezen en de sociaal-emotionele ontwikkeling is het belangrijk om een dergelijke cursus aan te bieden aan ouders van dove en slechthorende kinderen.

“Het aanbieden van een cursus interactief voorlezen aan ouders van slechthorende kinderen werkt effectief”

Implicaties voor de praktijk
De resultaten van dit promotieonderzoek laten zien dat matig slechthorende kinderen risico lopen op problemen in hun taalontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling. Het is dan ook belangrijk om deze kinderen goed te volgen en ouders handvatten te geven om deze ontwikkeling te stimuleren. Een manier om dit te doen is bijvoorbeeld door interactief voor te lezen.

Bekijk het proefschrift hier.