Lezingen keynotesprekers
Taalontwikkelingsstoornis en meertaligheid: inzichten uit recent onderzoek
Elma Blom
Wil je de presentatie van Elma inzien? Klik hier.
Kinderen kunnen problemen met taal ondervinden door een aangeboren taalontwikkelingsstoornis (TOS), maar hun taalproblemen kunnen ook veroorzaakt worden door kwantitatief en kwalitatief te weinig taalaanbod in de doeltaal. Dit laatste speelt vaak een rol bij meertalige kinderen. Zo kan het voorkomen dat meertalige kinderen minder langduring taalaanbod gehad hebben dan eentalige leeftijdsgenoten doordat hun taalaanbod op wat latere leeftijd gestart is (sequentiële meertaligheid). Ook verdelen meertalige kinderen hun totale taalaanbod over meerdere talen waardoor ze in de doeltaal vaak minder taalaanbod krijgen vergeleken met eentalige kinderen. Tevens kunnen er kwalitatieve verschillen in taalaanbod bestaan tussen meertalige en eentalige kinderen. Mede door een toename van meertalige kinderen in veel landen, is er de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen en combinatie van TOS en meertaligheid. In deze lezing bespreekt Elma Blom een aantal recente inzichten op grond van onderzoek dat zij de afgelopen jaren samen met diverse collega’s verricht heeft.
Centraal in de lezing staat de vraag in hoeverre de gevolgen van TOS en meertaligheid overlappen. Overlappende symptomen kunnen immers belangrijke consequenties hebben, zoals een risico op misdiagnose of een uitvergroting van specifieke problematiek. Niet-overlappende symptomen kunnen zorgen voor bredere problematiek of, als de gevolgen van TOS en meertaligheid tegengesteld zijn, voor een remediërende werking. Verschillende domeinen van taalontwikkeling zullen de revue passeren, zoals woordenschat, morfologische regels, narratieve vaardigheden en het vermogen om informatie te verwerken in het verbale geheugen. Ook nonverbale cognitieve vaardigheden zullen aan de orde komen. De reden is dat dit een domein is waar meertaligheid een beschermende factor kan zijn. Specifieke aandacht wordt besteed aan diversiteit in meertaligheid die het gevolg kan zijn van specifieke eigenschappen van een eerste taal maar ook van variatie in leeftijd en ervaring met taal.
Elma Blom (1972) heeft Nederlands gestudeerd aan de Universiteit Utrecht, waar ze in 2003 ook promoveerde. Na enige tijd als onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam gewerkt te hebben op het gebied van vroege en late tweede taalverwerving, verwierf ze een Marie Curie beurs om onderzoek in Canada te gaan verrichten. Momenteel werkt ze als universitair hoofddocent bij de Pedagogische Wetenschappen aan de Universiteit Utrecht, waar ze doceert over taalontwikkeling, meertaligheid en taalontwikkelingsstoornissen. Elma geeft regelmatig lezingen in binnen- en buitenland en heeft vele publicaties op haar naam staan. Haar onderzoek richt zich op de parallelle ontwikkeling van talen, dialecten of registers, het onderscheiden van taalachterstand door meertaligheid en aangeboren taalontwikkelingsstoornis, de invloed van taalomgeving, cognitieve effecten van meertaligheid en diagnostiek bij meertalige kinderen.

Noodzakelijk voor nieuwkomers: een meerjarig taalbeleid in alle vakken
Maaike Hajer
Wil je de presentatie van Maaike inzien?
De nieuwe stroom vluchtelingenkinderen heeft duidelijk gemaakt dat er in de praktijk behoefte is aan een doordachte visie op (tweede-)taalonderwijs. Te vaak worden tweedetaalleerders behandeld als ‘leerlingen met taalproblemen’, voor wie specifieke steun nodig is. Wat we weten over voortgezette taalontwikkeling en de verbinding tussen taal en leren duidt er juist op dat in het reguliere onderwijs door alle vakgebieden heen aan taalontwikkeling gewerkt kan worden. Dus juist geen aparte taalles in aparte groepen. Wat zou dat betekenen?
De verbinding tussen actueel onderzoek, opleiding en klassenpraktijk op dit thema is niet sterk (zie ook het advies van de Onderwijsraad 2017) en we kunnen veel leren van praktijken in de ons omringende landen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de brede, verlengde intake van leerlingen, benutting van hun meertaligheid en de verbinding tussen thematisch werken in vakgebieden en NT2-cursorische elementen. In deze lezing zal Maaike Hajer haar kijk geven op de huidige praktijk en perspectieven schetsen voor een meerjarig integratiemodel, waarin een overgang van expliciet taalonderwijs, vanuit dagelijkse algemene taal (DAT) naar impliciet leren in de nieuwe taal en ontwikkeling van schooltaal (CAT) is gepland. Dat model is onlangs voorgesteld vanuit het Lectoreninitiatief Professionalisering Taalonderwijs Nieuwkomers in de handreiking ‘Ruimte voor Nieuwe Talenten’.
Maaike Hajer studeerde toegepaste taalwetenschap en promoveerde op een onderzoek naar meertalige leerlingen in vakonderwijs in een mavo-3 klas. Ze is sinds 2002 lector aan de Hogeschool Utrecht en gasthoogleraar aan de UNiversiteit Malmö. Juist de vergelijking van die nationale contexten rond onderwijs aan meertalige kinderen roept veel fascinerende en urgente vragen op. Maaike zette in 2015 het Lectoreninitietief Professionalisering Taalonderwijs Nieuwkomers op.
