Één dag voor de grote kick-off van het MIND-project (meertaligheid in dagopvang) spreek ik met Kyra Hanekamp en Darlene Keydeniers (MIND-promovendi) over het project. De centrale vraag in het onderzoeksproject is welk effect meertalige kinderopvang heeft op de taalontwikkeling en taalvaardigheid van jonge kinderen. Darlene zal kijken naar het effect op de moedertaal en Kyra brengt de effecten op de tweede taal in kaart. Het project wordt uitgevoerd aan de universiteit van Amsterdam, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook benieuwd hoe het project gaat lopen? Lees dan snel verder.

Meertalige kinderopvang: een nieuw concept
De afgelopen jaren is het aanbod tweetalig onderwijs (op de basisschool en middelbare school) enorm gegroeid. Steeds meer ouders vinden het belangrijk dat hun kind de Engelse taal goed beheerst. En omdat het leren van een tweede taal eenmaal makkelijker gaat wanneer je jong bent, is het niet heel verrassend dat het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid nu wil weten welk effect meertalige kinderopvang heeft op de taalontwikkeling en taalvaardigheid van jonge kinderen. Het MIND-project – onder leiding van Prof. dr. Folkert Kuiken, dr. Suzanne Aalberse en dr. Sible Andringa – gaat dit onderzoeken. Het is een uniek en exploratief project: over de effecten van meertalige kinderopvang is namelijk nog heel weinig bekend. Dit komt onder andere doordat in de wet staat dat de voertaal in het onderwijs en de kinderopvang Nederlands moet zijn. MIND is uniek omdat de organisaties nu 50% van de opvang in het Engels, Duits of Frans mogen aanbieden.

Wie doen er mee?
Voor het MIND-project zijn elf organisaties geselecteerd. Deze organisaties hebben zich vrijwillig aangemeld via een oproep van het ministerie, maar moeten wel aan een aantal eisen voldoen. Ze moeten bijvoorbeeld kunnen aantonen dat de leidsters de Nederlandse en Engelse taal voldoende beheersen. Ook moeten ze een plan van aanpak schrijven waaruit onder andere blijkt dat de emotionele-ontwikkeling van de kinderen gewaarborgd blijft.

Observeren en meten
Het in kaart brengen van de taalvaardigheid en taalontwikkeling van de kinderen zal op verschillende manieren gebeuren. Kinderen vanaf acht maanden tot en met vier jaar kunnen deelnemen. Om de 10 maanden komt het onderzoeksteam bij de kinderen langs om de taalvaardigheid en taalontwikkeling in kaart te brengen. Dit laatste zal gebeuren a.d.h.v. (gestandaardiseerde) taaltaken, maar ook door middel van observaties. Uiteindelijk willen Darlene en Kyra namelijk ook onderzoeken welke rol de kwaliteit en kwantiteit van de input hebben op de taalvaardigheid van de kinderen. Josje Verhagen, werkzaam als postdoctoraal onderzoeker op het project, zal naar de effecten van meertalige opvang op andere cognitieve vaardigheden, zoals werkgeheugen en nonwoord repetitie kijken.

Vrijheid in het tweetalige aanbod
Ik ben enigszins verrast wanneer Darlene en Kyra vertellen dat de organisaties helemaal vrij zijn in de manier waarop ze het tweetalige aanbod willen realiseren: het enige dat vaststaat is dat de kinderen maximaal 50% van het taalaanbod in de tweede taal krijgen. Het lijkt er momenteel op dat de meeste organisaties kiezen voor de one teacher one language strategy waarbij een moedertaalspreker van het Nederlands in het Nederlands tegen de kinderen spreekt en een moedertaalspreker van het Engels in het Engels. Darlene en Kyra lichten toe dat deze variatie interessant is, omdat ze op die manier kunnen onderzoeken of verschillende strategieën verschillend effect hebben.

Adviseren jullie de organisaties ook?
De organisaties worden zeker op de hoogte gehouden van de resultaten, maar omdat er nog zo weinig bekend is én omdat variatie in de manier waarop organisatie te werk gaan voor de onderzoekers van MIND ook interessant is, worden organisaties geheel vrijgelaten in hun programma en krijgen ze geen advies. Wel worden er af en toe bijeenkomsten georganiseerd (zoals de kick-off workshop) waar alle organisaties, onderzoekers en het ministerie aanwezig zijn om elkaar te informeren en te inspireren.

Wat wordt de grootste uitdaging?
De administratie en de statistiek! Darlene en Kyra leggen uit dat ze straks zoveel data hebben en dat er zoveel factoren een rol spelen bij de taalontwikkeling van de kinderen dat het een hele uitdaging wordt om dit goed te analyseren. Een belangrijke bron van variatie is de thuissituatie van ieder kind. Darlene en Kyra verwachten dat er redelijk wat kinderen uit expat gezinnen aan het onderzoek mee zullen doen, waardoor ieder kind thuis een andere taal spreekt. Ook hier moet rekening mee gehouden worden. Om zicht te krijgen in de thuissituatie en ontwikkeling van de kinderen worden ouders ook gevraagd om tijdens ieder meetmoment een aantal vragenlijsten in te vullen.

Meer lezen over meertalige voorschoolse dagopvang?

 

Boek: Bilingual daycare, hitches, hurdles and hopes (Victoria Benz, Australie)

Website: ELIAS (Early Language and Intercultural Acquisition): http://www.elias.bilikita.org

Enthousiast geworden?

Wil je meer weten over het project en op de hoogte blijven van de resultaten? Neem dan regelmatig een kijkje op de website van het project: www.projectmind.nl

Het project biedt ook stageplaatsen, scriptieplaatsen en student-assistentschappen aan. Schroom dus niet om contact op te nemen met een van de onderzoekers of met Eva (onderzoeksmedewerker) wanneer je op het project zou willen werken. Of kijk hier voor de advertentie.

Het onderzoeksteam

Kijk op de website van project MIND als je meer wil weten.

Kyra Hanekamp

Kyra Hanekamp

Promovenda

Darlene Keydeniers

Darlene Keydeniers

Promovenda

Josje Verhagen

Josje Verhagen

Post doctoraal onderzoeker

Eva Vos

Eva Vos

Onderzoeksmedewerker

Folkert Kuiken

Folkert Kuiken

Projectleider

Suzanne Aalberse

Suzanne Aalberse

Begeleider

Sible Andringa

Sible Andringa

Begeleider