Grammaticale behandelmethoden voor kinderen met een TOS – dr. Susan Ebbels
Keynotespreekster van de dag was dr. Susan Ebbels, verbonden aan het University College London. Susan leidt de onderzoeksgroep van de Moor House School & College en doet onderzoek naar de effectiviteit van interventies bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
In haar presentatie neemt Susan ons mee in verschillende behandelmethoden om grammatica te leren aan kinderen met een TOS. Ze maakt hierbij een onderscheid tussen impliciete en expliciete behandelmethoden. Normaal ontwikkelende kinderen leren grammatica door simpelweg taalaanbod te krijgen, impliciet dus. Volgens Susan hebben kinderen met een TOS moeite om “simpelweg” de regels van een taal te extraheren uit het taalaanbod en hebben zij daarom behoefte aan een expliciete methode om grammatica te leren.
Impliciet versus expliciet
Impliciete behandelmethoden pogen kinderen onbewust de grammaticaregels aan te leren. Een logopedist of ouder past zijn taalaanbod aan en probeert zo bij het kind spontaan een doelstructuur correct uit te lokken. Impliciete behandelmethoden worden vooral gebruikt bij jongere kinderen met een TOS.
Expliciete behandelmethoden pogen kinderen bewust de grammaticaregels aan te leren. Zinstructuren worden visueel gemaakt door verschillende kleuren of vormen te gebruiken voor de verschillende woordsoorten. Expliciete behandelmethoden vereisen een bepaalde mate van meta-linguïstisch bewustzijn en worden daarom vooral gebruikt bij oudere kinderen met een TOS.
Visualisaties van zinstructuren volgens de expliciete behandelmethode Shape Coding system
Voorbeelden van impliciete behandelmethoden zijn imiteren op verzoek (“zeg maar: …”), modellen (zelf de doelstructuur gebruiken), uitgelokte productie (uitlokken van de doelstructuur met andere woorden ingevuld in de zin) en recasten (herhalen van een ongrammaticale uiting van het kind met nadruk op de verbetering). Susan heeft een overzicht gemaakt van wetenschappelijke onderzoeken naar het effect van impliciete behandelmethoden op de grammatica van kinderen met TOS. Deze methoden lijken effect te hebben als:
- er weinig verschillende doelstructuren door elkaar worden gebruikt;
- de kinderen jonger zijn dan 6 jaar en alleen een stoornis hebben in taalproductie;
- de behandeling 15-60 uur bedraagt, met minimaal 1 recast per minuut;
- de behandeling gegeven wordt door de logopedist of door ouders.
Er werd geen effect gevonden als:
- er verschillende doelstructuren door elkaar werden gebruikt;
- de kinderen ouder waren dan 9 jaar;
- de kinderen een stoornis hadden in taalbegrip;
- de behandeling gegeven werd door iemand anders dan de logopedist of ouders.
Implicatie voor de praktijk: Impliciete methoden zijn dus goed in te zetten om grammatica te verbeteren bij peuters of kleuters met een productieve TOS. Oefen één doelstructuur tegelijk, maar varieer in de woorden.
Voorbeelden van expliciete behandelmethoden zijn Shape Coding system (ontwikkeld door Susan en collega’s), MetaTaal (ontwikkeld door Rob Zwitserlood) en Colourful Semantics (ontwikkeld door Alison Bryan). Ook voor de expliciete behandelmethoden heeft Susan een overzicht gemaakt van wetenschappelijke onderzoeken naar het effect op de grammatica van kinderen met TOS. Naar expliciete methoden is nog beduidend minder onderzoek gedaan. Deze methoden lijken effect te hebben als:
- het doel is de doelstructuur productief aan te leren (voor het effect op het leren begrijpen van de doelstructuur werd minder bewijs gevonden);
- de kinderen tussen 6 en 16 jaar zijn, met een stoornis in taalbegrip en/of taalproductie;
- de behandeling 5-10 uur bedraagt;
- de behandeling gegeven wordt door een logopedist.
Er werd geen effect gevonden als:
- de behandeling gegeven werd door iemand anders dan de logopedist.
Implicatie voor de praktijk: Expliciete methoden zijn dus goed in te zetten om de productie van grammatica te verbeteren bij kinderen in de basisschoolleeftijd en onderbouw van de middelbare school, met een receptieve en/of productieve TOS. De behandeling wordt gegeven door de logopedist.
Studies waarin het effect van expliciete en impliciete behandelmethoden met elkaar vergeleken worden, wijzen uit dat bij kinderen boven de 5 jaar een combinatie van beide methoden effectiever is dan enkel het gebruik van impliciete methodes. Om dit te ondersteunen voegt Frank Wijnen tijdens de vragenronde toe dat uit recent onderzoek binnen zijn onderzoeksgroep blijkt dat impliciet leren inderdaad beperkt is bij kinderen met TOS, zowel bij verbale als non-verbale taken.
Implicatie voor de praktijk: Susan adviseert om bij kinderen met een TOS boven de vijf jaar, eerst expliciet een grammaticale regel uit te leggen, dan het begrijpen en produceren van de doelstructuur te oefenen met een expliciete methode, om vervolgens voor de transfer naar de spontane spraak impliciete methoden te gebruiken wanneer het kind de doelstructuur onjuist gebruikt (zoals “huh, wat zei je?” of “bedoel je lopen of loopt?”).
Wil je meer weten over het Shape Coding system van Susan? Kijk op https://www.moorhouse.surrey.sch.uk/shape-coding. Er is ook een lite versie van de app beschikbaar.