Begin augustus is het ICPhS congress: het International Conference on Phonetic Sciences Het ICPhS pakt het groots aan. Het congres wordt gehouden in het Convention Centre in Melbourne, Australië.
Nadat iedereen welkom is geheten en de nodige bedankjes zijn uitgedeeld aan het organiserend comité wordt het woord gegeven aan Uncle Bill. Uncle Bill is een afstammeling van een Aboriginal volk. Hij vertelt dat de stad Melbourne is opgericht in 1835. Voor die tijd woonden Aboriginals in veel gebieden rondom Melbourne, waar ook veel verschillende Aboriginal talen warden gesproken. Momenteel zijn veel van deze talen niet meer levend maar Uncle Bill laat zien dat een stuk geschiedenis en cultuur kan blijven bestaan door het vertellen van verhalen. Hij wordt Uncle genoemd, de benamingen Uncle en Aunt worden gegeven als iemand een leider is binnen de groep.
De eerste plenaire sessie wordt gegeven door Amalia Arvanti van de Universiteit van Kent. Het categoriseren van intonatie en de cross linguïstische variatie hierin is het onderwerp van haar voordracht. Ze laat zien hoe eenzelfde woord met verschillende intonatie wordt gevormd, visualiseert dit met F0 contouren en benadrukt hoe ingewikkeld het is om intonatie fonetisch te analyseren aangezien het zo verbonden is met betekenis. In een Europese samenwerking is ze bezig met het opzetten van TINT, een afkorting voor tame Intonation. Met TINT werkt ze toe naar een systeem om intonatie in te kunnen categoriseren en duiden. Er is nog veel te onderzoeken op dit vlak en veel te winnen in wereldwijde eenduidigheid.
De rest van deze eerste congresdag is gevuld met praatjes en postersessies en ik dwarrel de hele dag van de ene naar de andere zaal en sessie. Marjolein Sloos van de Fryske Akademy geeft een praatje over sjwa-deletie in het Fries waardoor geminatie ontstaat, verdubbeling van een klank. Ik vind het geweldig om aan de andere kant van de wereld naar een onderzoek over mijn moedertaal te luisteren. Verder begeef ik me vooral bij sessies waarbij klinische metingen zijn gedaan. Onder andere analyses van de beweging van de larynx tijdens beatboxen en de abductie van de stembanden tijdens spreken wat met zowel als heesheid als met fluisteren gebeurt en hoe dit te onderscheiden.
Halverwege de congresweek lijkt iedereen een beetje afgemat, wat waarschijnlijk komt door een collectieve jetlag en een overenthousiaste start met alle interessante sessies. Tijdens het congres trekt een Amerikaanse dame de aandacht met haar Praat-oorbellen. Zij heeft zelf oorbellen gemaakt met het logo van Praat en laat deze vol trots zien aan Paul Boersma en David Weenink (de ontwikkelaars van Praat).
Een onderzoeksgroep uit Leiden laat resultaten zien vanuit de hoek van de forensische fonetiek. Laura Smorenburg vertelt over haar onderzoek waarbij ze een spraakcorpus met telefoongesprekken gebruikt heeft om variatie tussen sprekers te laten zien voor de klanken /x/ en /s/. Meike de Boer presenteert een studie over het vullen van pauzes met ofwel /uhm/ of /ah/. Haar data bestaat uit sprekers die Nederlands en Engels spreken. Voor beide talen laat ze de verschillen zien.
Een hoogtepunt is de keynote lecture van Jonas Beskow. Hij leidt ons van een stukje geschiedenis naar een bijna futuristische toekomst met sprekende robots. Het ontwikkelproces van de sprekende robot laat de kern zien van hoe complex en veelzijdig menselijke communicatie is. Hij onthult de FUR-robot: een wit plastic hoofd waarop van binnenuit een gezicht geprojecteerd wordt. Dit gezicht kan spraakbewegingen maken, lipbewegingen maar ook gezichtsuitdrukkingen tonen en van kijkrichting veranderen. Met behulp van deep learning modellen heeft deze computer geleerd om te reageren op mensen. Uiteindelijk kan dit heel veel toepassingen bedienen, zo wordt de robot wordt al ingezet op stations in Duitsland om mensen in verschillende talen van reisadvies te voorzien.
Lowlands biedt onderzoekers ieder jaar de mogelijkheid om experimenten uit te voeren, Teja Rebernik laat haar onderzoeksresultaten zien. Tijdens het festival hebben ze met de Rijksuniversiteit Groningen een experiment opgezet waarbij men in het Nederlands en het Engels een tekst voorlas. Haar poster trekt de aandacht aangezien het woord “alcohol” in de titel staat. In dit onderzoek werd gekeken naar de accuratesse van de uitspraak van klanken in de eerste taal en tweede taal. Bij het horen van het experiment riepen veel deelnemers opgetogen dat ze door de alcoholische drankjes nu zeker beter zouden zijn in Engels. Het bleek dat de deelnemers in hun eerste taal, het Nederlands, een slechtere uitspraak hadden als ze meer alcohol hadden gedronken. Voor het spreken van hun tweede taal, het Engels, werd tussen de groep mensen die wel en geen alcohol hadden gedronken geen verschil gevonden in accuratesse van de uitspraak.
Vanuit de Radboud Universiteit laat Lieke van Maastricht een poster zien over uitspraak van de /u/ en het Spaanse foneem /th/. Zij hebben een experiment uitgevoerd waarbij is getoetst wat het effect is van het maken van een gebaar bij het aanleren van een foneem. Het blijkt dat het maken van een gebaar met wijzende vingers waarbij de /th/ vanaf de zijkant van het hoofd naar het gezicht gewezen wordt, sneller aangeleerd wordt dan met een gebaar van het gezicht af naar voren of zonder gebaar.
Sieb Nooteboom van de Universiteit Utrecht laat het werk zien van Hugo Quené en hemzelf. Zij hebben zich gebogen over de theorie achter het verbeteren van fouten in spraak. In sommige theorieën wordt aangenomen dat op het moment dat er een fout in de spraakproductie wordt gemaakt, men weer het hele spraakproductie-pad opnieuw doorloopt. Een twee-staps detectie en verbetermodel van versprekingen wordt gepresenteerd. De competitie tussen woordvormen is een bepalende factor bij het herstellen van de gevraagde vorm. Dit gebeurt zowel bij intern spreken als hardop spreken. De snelheid waarmee een verbetering plaatsvindt duidt erop dat activatie van het herstel van vormen vermindert tijdens de vertraging die optreedt in interne spraak en hardop spreken.
Op donderdagavond is het congresdiner. Een diner waarbij natuurlijk enig vermaak hoort. Blijkbaar is het traditie om spectrogram lezen als puzzel op te lossen. We krijgen vier spectrogrammen voorgeschoteld met verschillende Amerikaans Engelse sprekers en beroemde uitspraken zoals ‘Life is like a box of chocolates’.
Op de laatste dag wordt het congres plenair afgesloten. Hoogtepunt van de zogenoemde closing ceremony is de bekendmaking van de locatie over vier jaar. Over vier jaar hoeven we gelukkig niet 22 uur te vliegen om dit congres te bezoeken. Het volgende congres wordt gehouden in Praag.