De derde parallelle sessie van het WAP-symposium ging over geletterdheid en meertaligheid. Liza van den Bosch presenteerde over talige diversiteit bij beginnende lezers. Rianne van den Berghe vertelde over een meertalige voorleesrobot om thuistalen de klas in te halen. Suzanne Dekker gaf een lezing over meertaligheid in het onderwijs: troef of trend? Kimberley Mulder en Marieke Adams vertelden over de weg naar geletterdheid: hobbels en succesverhalen van volwasseneducatie. De WAP-redactie was bij twee van deze interessante lezingen, en vat ze kort voor jullie samen.

Liza van den Bosch – Talige diversiteit bij beginnende lezers 
Liza van den Bosch (op de foto hieronder), universitair docent Onderwijswetenschappen aan de Universiteit van Leiden, begon haar presentatie met een treurige mededeling: gemiddeld genomen gaan de leesprestaties in Nederland achteruit (PISA, 2018; Peiling Leesvaardigheid, 2022). Er bestaan echter grote verschillen in het leesniveau van kinderen. Liza heeft in haar onderzoek bekeken hoe deze verschillen verklaard kunnen worden, en of de taalachtergrond van de kinderen hier een rol in speelt. Daarbij heeft ze zich gericht op begrijpend lezen.

In een longitudinaal onderzoek heeft Liza de leesprestaties van een groep Nederlandse kinderen en een groep Turks-Nederlandse kinderen gevolgd. Hoewel de Turks-Nederlandse kinderen in groep 4 gemiddeld lager scoorden op begrijpend lezen, bleek er grote variatie binnen beide groepen te bestaan: bij de Turks-Nederlandse kinderen zat een behoorlijk deel goede lezers en bij de Nederlandse kinderen zat een behoorlijk deel zwakke lezers. Verder werd het verschil in begrijpend leesniveau tussen de groepen in groep 5 kleiner. Er moest dus een andere verklaring zijn voor het verschil dan taalachtergrond alleen, dus zocht Liza verder. De zwakke lezers in beide groepen bleken lager te scoren op woordenschat en grammaticale kennis: twee belangrijke voorspellers voor lezen. Liza concludeerde dat de focus in het onderwijs niet zou moeten liggen op de taalachtergrond van een kind maar op het niveau van woordenschat en grammaticale kennis van een kind. Zo draagt woordenschat in zowel de thuistaal als de Nederlandse taal bij aan de leesontwikkeling van kinderen. Liza pleitte dan ook voor meer waardering voor thuistalen op school.

Rianne van den Berghe – Een meertalige voorleesrobot om thuistalen de klas in te halen
Rianne van den Berghe is onderzoeker en docent Nederlands bij de Hogeschool Windesheim in Almere. Tijdens haar presentatie stelde ze ons voor aan Robin de Robot, die meertalige kinderen op school voorleest in hun thuistaal. Op deze manier kunnen thuistalen meer ingezet worden in het onderwijs om kinderen te ondersteunen in hun (taal)ontwikkeling. Voor leerkrachten kan dit lastig zijn; zij kunnen immers niet iedere thuistaal spreken. Op dit vlak kan een robot dus een aanvulling zijn – dat benadrukte Rianne dan ook: technologie in het onderwijs moet volgens haar altijd een aanvulling zijn, maar geen vervanging. Haar onderzoek richt zich op de vraag of meertalige kinderen meer baat hebben bij voorlezen, wanneer ze daarvoor al zijn voorgelezen in hun thuistaal. De voorleesrobot leest vooraf opgenomen vertalingen van prentenboeken voor, waardoor de stem natuurlijk klinkt. Kinderen met dezelfde thuistaal luisteren in groepjes, en slaan zelf de bladzijden om. De eerste data, van 44 kinderen tussen de 4 en 6 jaar, laten een vooruitgang in woordbegrip zien, maar verder blijft nog veel onduidelijk. De effecten zijn dan ook niet altijd goed meetbaar; zo gaf Rianne het voorbeeld van een leerling die de robot ontzettend zou gaan missen toen het onderzoek voorbij was. Het blijft dan ook nog even afwachten wat de resultaten zijn van dit veelbelovende project.