Na twee keer uitgesteld te zijn door corona, vond op een zonnige woensdag in juni de tweede editie van de TOK-dag plaats. TOK staat voor Taalontwikkeling Kinderen, en de dag stond dan ook in het teken van kindertaalontwikkeling in al haar facetten: taalontwikkelingsstoornissen, meertalige ontwikkeling, gebarentaalontwikkeling, taaldiagnostiek… Het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek verwelkomde een groep taalonderzoekers en -professionals voor een scala aan lezingen, korte flash talks over beginnende PhD-projecten en impactprojecten en posters. Het WAP was ook aanwezig en praat je graag bij over deze interessante dag.
De ochtend begon met een lezing van Josje Verhagen over de resultaten van het MIND-onderzoek (Meertaligheid in Dagopvang). Dit was een vierjarig onderzoek naar de effecten van tweetalige (Engels-Nederlandse) dagopvang. Uit het onderzoek kwam naar voren dat tweetalige opvang positieve effecten had op de Engelse taalontwikkeling, en dat er geen negatieve effecten gevonden werden voor de Nederlandse taalontwikkeling, ook als er rekening gehouden werd met de thuistaalsituatie. Wel namen er voornamelijk hoogopgeleide gezinnen deel aan het onderzoek. Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen wat de gevolgen van tweetalige opvang zijn voor een diversere groep kinderen, of met andere talen dan het Engels. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op basis van het onderzoek besloten om tweetalige kinderopvang structureel wettelijk mogelijk te maken. Vervolgens kondigde een aantal promovendi aan wat hun onderzoeksplannen voor de komende jaren zijn door middel van PhD flashtalks.
Daarna gaf Beatrijs Wille een lezing over de ontwikkeling van Vlaamse Gebarentaal (VGT) bij dove baby’s en peuters. In de lezing besprak ze eerst haar onderzoek naar de communicatiestrategieën die dove én horende ouders gebruiken als ze met hun dove kind communiceren. Zo kunnen ouders verschillende strategieën inzetten om aandacht te krijgen van hun kind: ze kunnen wachten tot het kind naar hen kijkt (impliciete strategie), geluid maken (auditieve strategie), maar ook naar het kind zwaaien (visuele strategie) of het kind aantikken (tactiele strategie). De resultaten lieten zien dat horende ouders vaker gebruik maakten van auditieve strategieën, terwijl dove ouders vaker gebruik maakten van tactiele strategieën. Deze communicatiekeuzen leidden tot langere succesvolle interacties tussen dove ouders en hun kind dan bij horende ouders. Vervolgens besprak Beatrijs onderzoek naar vroege mijlpalen in de ontwikkeling van VGT. De inzichten uit deze onderzoeken zorgden voor de basis van de eerste Vlaamse Gebarentaaltest voor dove kinderen die gebarentaal gebruiken. Hoewel de standaardisering van deze test nog niet is afgerond, is het een belangrijke stap voor logopedisten om de vroege communicatie en VGT-ontwikkeling bij kinderen te documenteren. Bijzonder aan de TOK-dag is de aandacht voor impactprojecten, zowel in de vorm van posters als impact flashtalks. In het kader lichten we er enkele uit.
LITMUS-NL (Tessel Boerma et al.) LITMUS-NL (Language Impairment Testing in Multilingual Settings) is een testbatterij om TOS te identificeren in een meertalige context. Tessel Boerma en haar collega’s onderzochten de bruikbaarheid en haalbaarheid van LITMUS-NL volgens logopedisten en kinderen. Op basis hiervan wordt de testbatterij verbeterd. LITMUS-NL is te vinden via: https://dab.sites.uu.nl/
Multi-STEM (Elma Blom et al.) Stel je voor: je spreekt thuis een andere taal, je kunt nog niet zo goed Nederlands en je zit op school. De meester vraagt je iets over rekenen of natuur, en eigenlijk weet je het antwoord wel, maar omdat je de vraag niet helemaal begrijpt of je het antwoord niet goed uit kunt drukken, zeg je maar dat je het niet weet. Daardoor word je onderschat, en kun je je cognitief minder ontwikkelen; misschien voel je je misschien zelfs buitengesloten. Ook thuis kun je niet echt over school praten of hulp krijgen met je huiswerk. Elma Blom begon haar impact flashtalk met dit voorbeeld, wat meteen de urgentie van het project Multi-STEM laat zien. In dit project worden oplossingen gezocht om meertalige kinderen beter tot hun recht te laten komen in STEM-vakken (de bètavakken Science, Technology, Engineering, and Math). Samen met leerkrachten, educatief medewerkers van musea en ouders worden strategieën geïdentificeerd en uitgeprobeerd, zoals kinderen groepswerk te laten doen in hun thuistaal, preteaching en schoolmateriaal in de thuistaal aan te bieden, of kinderen te koppelen aan andere kinderen met dezelfde thuistaal. Lees hier meer over het project: https://multistem.net/
Taalspeelhuisjes (Paula Fikkert) Paula Fikkert vertelde over het project Taalspeelhuisjes. De Taalspeelhuisjes zijn samen met de NGO Child Tuition, gameontwikkelaars en architecten ontwikkeld. Het zijn speelhuisjes waarin jonge kinderen bewegend met muziek en interactie taalspelletjes kunnen doen. Aanvankelijk waren dit Engelstalige Taalspeelhuisjes in India, maar ook in Nederland zijn Taalspeelhuisjes geplaatst die het Nederlands stimuleren. De huisjes zijn gebaseerd op wetenschappelijke principes, en de taalontwikkeling van kinderen wordt spelenderwijs gestimuleerd. Bekijk hier een video van de Taalspeelhuisjes: https://www.youtube.com/watch?v=rtAva2VS4tg
Kletskoppen (Sharon Unsworth et al.) Tot slot vertelde Sharon Unsworth over het project Kletskoppen. Dit is een project om te leren, informeren en amuseren rondom taal en taalwetenschap. Ook wil het project laten zien dat taal meer is dan schrijven en spellen, en wetenschap meer is dan alleen bèta- en medische wetenschappen. Zo organiseert Kletskoppen een kindertaalfestival en bijbehorende voortrajecten (activiteiten voorafgaand aan het festival voor kinderen die minder snel met wetenschap in aanraking komen), roadshows (demonstraties op bibliotheken, scholen en festivals), Kletskoppen in de Klas, en Kletskoppen op Maat. Lees hier verder: https://kletskoppenfestival.nl/