Op 2 februari 2024 vond de Grote Taaldag plaats, waar taalwetenschappers uit Nederland en België bijeen kwamen voor een inspirerende dag vol lezingen, discussies en nieuwe inzichten.
De dag begon met de lancering van Nota Bene, het nieuwe wetenschappelijke tijdschrift van de Algemene Vereniging voor Taalwetenschap en de Belgische Kring voor Linguïstiek. Daarna volgde een uitgebreid programma met lezingen op het gebied van theoretische en toegepaste taalwetenschap. Een breed scala aan onderwerpen kwam langs, variërend van taalvariatie tot fonologie, en van gebarentaal tot historische taalkunde.
Daarnaast werden er verschillende prijzen uitgereikt, zoals de AVT/Anéla-dissertatieprijs voor het beste proefschrift en de LOT-populariseringsprijs voor populair-wetenschappelijke initiatieven die taalkundige kennis toegankelijk maken voor een breed publiek. De winnaar van de dissertatieprijs was Suzanne Bogaerds-Hazenberg, voor haar proefschrift ‘Text structure instruction in Dutch primary education: Building bridges between research and practice’. Suzanne’s proefschrift illustreert aan de hand van diverse analyses dat het geven van expliciete instructie over tekststructuren een positief effect kan hebben op het leesbegrip van basisschoolleerlingen. Daarnaast heeft ze een eigen lesmethode ontwikkeld die leerkrachten kan ondersteunen bij het verbeteren van zowel de lees- als schrijfvaardigheid van hun leerlingen. Voorbeelden van de gebruikte lesmaterialen vind je hier. De jury roemde de indrukwekkende combinatie van studies en beschouwde het proefschrift als vernieuwend en maatschappelijk relevant.
De winnaar van de LOT-populariseringsprijs was de website Stemmen van Afrika, met een bijpassend lespakket (ontwikkeld door Maarten Mous, Hilde Gunnink, Iris Kruijsdijk en Hanny Gijsman), en een escapegame (ontwikkeld door Laura Minderaa, Jenneke van der Wal en Anders Lind). Deze website heeft als doel zowel kinderen als volwassenen kennis te laten maken met de talen die in Afrika gesproken worden. Door middel van het lespakket en de escapegame kunnen kinderen nu op een speelse manier taalstructuren ontdekken en leren over taalwetenschap. Wil je de escapegame zelf uitproberen? Dat kan hier!. Of speel je toch liever een ouderwets bordspel terwijl je meer over taal leert? Dan is Streektaalstrijd, het andere genomineerde initiatief, misschien wel wat voor jou!
Tenslotte werden de winnaars van de LOT-Grotevragenprijs in het zonnetje gezet. Deze prijs werd uitgereikt aan Eva van Lier (UvA), Ad Backus (Tilburg), Nel de Jong (VU), Rik van Gijn (Leiden), Konrad Rybka (Leiden), Jantien Smit (HU), Josje Verhagen (UvA), Katherine Walker (UvA) en Camille Welie (VU), voor het essay ‘The Netherlands Urban Field Station: Taaldiversiteit inzetten voor gelijkere kansen’. Dit essay is een pleidooi voor samenwerkingen tussen taalwetenschappers en sprekers van minderheidstalen om zo de talige diversiteit in Nederlandse steden zichtbaar te maken.
Een ander hoogtepunt van de dag was de keynote-lezing, die voor het eerst in de geschiedenis van de Grote Taaldag niet door één maar twee sprekers werd gegeven. Orhan Ağırdağ (KU Leuven) en Joana Duarte (Rijksuniversiteit Groningen) combineerden hun expertises en gaven een interactieve keynote over meertaligheid in het onderwijs. Hieronder lees je meer!
Keynote ‘Meertaligheid in het onderwijs’
Meertaligheid is de praktijk in het onderwijs: 50% van de kinderen op de basisschool en 20% van de kinderen in het middelbare onderwijs is meertalig of spreekt een dialect thuis. Hoewel zij soms slechter scoren op school, betoogden de sprekers dat dat zeker niet zo hoeft te zijn. Deze leerlingen nemen vaardigheden mee die vaak niet benut worden, zoals ervaring met het leren van meerdere talen. Ook heeft meertaligheid cognitieve, sociale, culturele en economische voordelen. Dat meertaligheid niet tot achterstand hoeft te leiden, blijkt uit het feit dat sommige scholen met meertalige leerlingen juist heel goede resultaten behalen. Orhan Ağırdağ en Joana Duarte lieten ons zien hoe zulke scholen eruitzien.
Drie factoren blijken van belang op succesvolle scholen: hoge verwachtingen, een warm-strenge aanpak, en ruimte voor meertaligheid in het onderwijs. Thuistalen krijgen een plek in de klas, maar zonder dat dit leidt tot controleverlies van de leraar. Zij zorgen ervoor dat er voldoende blootstelling aan het Nederlands blijft, dat uitsluiting wordt tegengegaan, dat alle leerlingen zich thuis voelen, dat meertaligheid wordt ingezet als didactische hulpbron, en dat de rechten van het kind op het gebied van meertaligheid in het onderwijs worden gerespecteerd. Kunstmatige intelligentie maakt dit makkelijker: ChatGPT en GPT-4 kunnen leerlingen helpen door samenvattingen in de thuistalen te maken, taalfeedback te geven, extra uitleg in de thuistaal, en nog veel meer. Orhan Ağırdağ en Joana Duarte hadden voorbeeldfilmpjes meegebracht van situaties in klassen. Het was duidelijk: leraren hoeven zelf niet heel meertalig te zijn om hun lespraktijk toch meertaliger en inclusiever te maken.
Dit meertalige onderwijs vindt echter op veel scholen nog niet plaats. Zo vond in een onderzoek meer dan de helft van de ondervraagde leraren in Nederland dat meertalige leerlingen op school onderling Nederlands zouden moeten spreken. In België was meer dan de helft van de leerkrachten zelfs van mening dat leerlingen gestraft moesten worden als ze hun thuistaal gebruikten. Slechts 26% van de leraren gaf aan dat meertalige leerlingen in de les de mogelijkheid moeten hebben om de thuistaal te gebruiken, en slechts 13% stimuleerde dit ook expliciet. Dit terwijl we uit onderzoek weten dat de meertalige benadering cognitieve en affectieve voordelen heeft, en dat er geen negatieve effecten worden gevonden.
Wij als aanwezigen ondervonden deze voordelen ook aan den lijve. De sprekers namen ons in gedachten mee naar Portugal: we moesten ons voorstellen dat we net waren verhuisd en daar nu naar school gingen. Joana Duarte gaf ons een les over de watercyclus in het Portugees. Zij had haar best gedaan om vooral cognaten te gebruiken tijdens de les (precipitação, condensação, ciclo da água), maar desondanks begrepen wij er weinig van. Best een stressvolle ervaring, om te luisteren naar een les en niet te weten waar het over gaat! Daarna maakte Joana Duarte de les stap voor stap meertaliger, interactiever en multimodaler. Ze gebruikte gebaren, illustraties, en betrok talen die wij wel spraken, zoals het Nederlands, Engels en Spaans. Wat is dit woord in het Nederlands? En in het Engels? Hoe schrijf je dat? Lijken de woorden in verschillende talen op elkaar? Wij merkten dat we de inhoud van de les steeds beter tot ons konden nemen, en niet langer verward en gestrest zaten te luisteren naar woorden die we niet begrepen. Een groot succes, zo’n meertalige aanpak!